Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Overgangswet W.V.O.

 

Artikel 56
1
De ingevolge de Nijverheidsonderwijswet uit de openbare kas bekostigde huishoud- en landbouwhuishoudscholen - met uitzondering van de daaraan verbonden leraressenopleidingen -, de kappersopleidingen en de cursussen tot opleiding van apothekers-assistenten worden met ingang van 1 augustus 1968 onderscheidenlijk scholen en cursussen voor huishoud- en nijverheidsonderwijs, als bedoeld in afdeling I van titel II van de Wet op het voortgezet onderwijs.
2
De ingevolge de Nijverheidsonderwijswet uit de openbare kas bekostigde:
a
scholen voor de detailhandel;
b
ondernemersopleidingen;
c
hotelvakscholen;
d
slagersvakschool
worden met ingang van 1 augustus 1968 scholen voor middenstandsonderwijs, als bedoeld in afdeling I van titel II van de Wet op het voortgezet onderwijs.
3
De ingevolge de Nijverheidsonderwijswet uit de openbare kas bekostigde school tot opleiding van staffunctionarissen bij toeristische bedrijven, uitgaande van het Nederlands Wetenschappelijk Instituut voor het Toerisme, wordt met ingang van 1 augustus 1968 een school voor economisch en administratief onderwijs, als bedoeld in afdeling I van titel II van de Wet op het voortgezet onderwijs.
4
De ingevolge de Nijverheidsonderwijswet uit de openbare kas bekostigde leraren- en leraressenopleidingen worden met ingang van 1 augustus 1968 scholen voor de opleiding van onderwijzend personeel, als bedoeld in afdeling I van titel II van de Wet op het voortgezet onderwijs.
5
De ingevolge de Nijverheidsonderwijswet uit de openbare kas bekostigde:
a
scholen voor maatschappelijk werk;
b
voortgezette opleidingen van maatschappelijke werkers;
c
bibliotheek- en documentatieschool;
d
hogere scholen voor verplegenden;
e
school voor de journalistiek;
f
akademie voor expressie door woord en gebaar;
g
scholen voor de opleiding van leiders op het terrein van jeugdvorming en volksontwikkeling;
h
scholen voor de opleiding van gezinsverzorgsters
worden met ingang van 1 augustus 1968 scholen voor sociaal-pedagogisch onderwijs, als bedoeld in afdeling I van titel II van de Wet op het voortgezet onderwijs.
6
De ingevolge de Nijverheidsonderwijswet uit de openbare kas bekostigde:
a
scholen voor kunst en kunstnijverheid, met uitzondering van de daaraan verbonden leraren- en leraressenopleidingen;
b
opleidingen voor architect en stedebouwkundige;
c
filmacademie
worden met ingang van 1 augustus 1968 scholen voor kunstonderwijs, als bedoeld in afdeling I van titel II van de Wet op het voortgezet onderwijs.
7
De overige ingevolge de Nijverheidsonderwijswet uit de openbare kas bekostigde scholen worden met ingang van 1 augustus 1968 scholen voor technisch onderwijs, als bedoeld in afdeling I van titel II van de Wet op het voortgezet onderwijs, tenzij in de voorgaande leden uitdrukkelijk anders is bepaald.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •